Een overlijden heeft veel impact. Als de ouder(s) van kinderen en jongvolwassenen overlijden maakt dat ze erg kwetsbaar. Vaak krijgen we de vraag van ouders of hun (jongvolwassen) kinderen in de woning kunnen blijven als er iets met ze gebeurt. Het liefst willen ze dat hun kinderen medehuurder worden.

Kinderen zijn geen medehuurder
Meerderjarige kinderen zijn niet automatisch medehuurder. Een medehuurder is iemand met wie de hoofdhuurder een duurzaam gezamenlijk huishouden voert. De medehuurder staat op het huurcontract. Bij kinderen vanaf 18 jaar gaan we ervan uit dat zij uiteindelijk op zichzelf gaan wonen.

Overname van huurovereenkomst kan niet
Thuiswonende jongvolwassenen nemen na het overlijden van hun ouder(s) niet automatisch de huurovereenkomst over.

Maar we bieden wel bescherming
Sinds eind vorig jaar is er een wet huurbescherming weeskinderen. Deze wet beschermt jongeren tot en met 27 jaar die wees geworden zijn tegen huisuitzetting door verhuurders. Woningcorporaties beschermen deze jongeren echter al jaren. Een landelijke gedragscode is het uitgangspunt: jongvolwassenen tot en met 27 jaar kunnen maximaal 2 jaar in hun ouderlijke woning blijven. Zo hoeven zij zich niet druk te maken om een verhuizing in deze zware periode.

Geen tijdlimiet
Leystromen volgt deze gedragscode. Maar wij hanteren geen tijdlimiet van 2 jaar. Thuiswonende jongvolwassenen kunnen zo langs als nodig in de ouderlijke woning blijven na het overlijden van de ouder(s).

Altijd maatwerk
Maar we kijken in deze situatie wel samen met hem of haar of de woning passend is qua inkomen en grootte. Dat heeft te maken met regels waar we aan moeten voldoen. In elke situatie gaat het om maatwerk. Als een (jong)volwassene ouder is dan 27 jaar gaan we ook in gesprek en leveren maatwerk als dat nodig is.

Ook als verhuizing beter past
Het is natuurlijk geen verplichting om in de ouderlijke woning te blijven. Als een verhuizing naar een andere woning beter past, dan gaan we daarover in gesprek. Ook dat is maatwerk.

Let op:
Dit geldt niet voor jonge mensen die al ergens anders zelfstandig wonen en die na overlijden van hun ouders terug zouden willen naar de ouderlijke woning.